Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Toen riep de koning Joas den priester Jojada en de [andere] priesteren, en zeide tot hen: Waarom betert gijlieden niet de breuken van het huis? Nu dan, [15]neemt geen geld van uw bekenden, [16]dat gij het zoudt geven voor de breuken van het huis. 15. Gelijk gij tevoren gedaan hebt. Zie vs.4,5. 16. Gelijk gij tevoren wel beloofd, maar niet gedaan hebt.